EU Asiel- en Migratiepact: 1 jaar voor Uur U

Ministeries

Over precies een jaar, op 12 juni 2026, treedt het EU Asiel- en Migratiepact in werking. Dit pact moet leiden tot een beter gecoördineerd asielbeleid binnen de EU, met kortere, effectievere procedures voor asiel en terugkeer en meer solidariteit tussen de lidstaten. Alle landen zijn inmiddels volop bezig met de implementatie van de 9 EU-verordeningen en één richtlijn waaruit het pact bestaat. Met de implementatie ligt Nederland goed op schema. “We hebben al veel in gang gezet, maar vooral de uitvoerende diensten en onze ketenpartners staan de komende periode nog voor een aantal grote uitdagingen. Iedereen werkt keihard om alles voor elkaar te krijgen. En dat gaat lukken!”

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Ministerie van Justitie en Veiligheid

Nicole Maes kan het weten. Als hoofd van het ‘coördinatiemechanisme’ bij de Directie Regie Migratieketen (DRM), een onderdeel van het Ministerie van Asiel- en Migratie (AenM), heeft zij het overzicht over de vorderingen van alle projectteams die nu al een half jaar werken aan de implementatie van het EU-pact. “Die implementatie doen we met alle betrokken partijen”, licht ze toe. “Niet alleen met onze ‘eigen’ organisaties - IND, COA en DT&V -, maar ook met de politie, de KMar, DJI en de Raad voor de Rechtspraak. En niet te vergeten de wetgevingsjuristen van JenV. Die nauwe samenwerking en afstemming dateren al uit de periode waarin we het Nationaal Implementatieplan hebben opgesteld. Daarbij wilden we al zo goed mogelijk in beeld krijgen: wat gaat dit nu concreet betekenen voor al die partijen?”

Vreemdelingenwet

Een groot en belangrijk onderdeel waarin de afgelopen periode al veel werk is gestoken, is de herziening van de Vreemdelingenwet. Deze uit 2000 daterende wet moet worden aangepast om een goede uitvoering van de negen EU-verordeningen en de EU-richtlijn uit het pact mogelijk te maken. “Een essentiële basisvoorwaarde”, benadrukt Maes. “We hebben er met z’n allen, de wetgevingsjuristen voorop, keihard aan gewerkt om die wet op tijd klaar te krijgen, Want die moet vóór 12 juni 2026 nog worden behandeld in de Tweede en Eerste Kamer. Het wetsvoorstel is nu in concept klaar. We verwachten dat het kabinet de concept-uitvoeringswet nog vóór de zomer naar de Raad van State stuurt.”

Afvinken

Het EU Asiel- en Migratiepact kent een aantal onderdelen waarvan de implementatie voor Nederland relatief weinig extra werk met zich meebrengt, zoals de invoering van de verplichte grensprocedure en de screeningsverordening. “Die onderdelen lijken in grote lijnen op hoe we het hier in Nederland al hebben geregeld”, geeft Maes aan. “Wel moeten we de medische check en de kwetsbaarheidsanalyse van asielzoekers nu structureel gaan onderbrengen bij de screening. Hoe we dat precies gaan doen, daarover zijn de IND en het COA nu met elkaar in gesprek. Ik verwacht dat we dit onderdeel, net als de verplichte grensprocedure, relatief snel kunnen afvinken.”

Uitdagingen

Anders ligt dat bij onderdelen uit het Pact die aanzienlijk meer werk vergen, zoals de verordening die een versnelde asielprocedure voorschrijft. “Binnen drie maanden. Dat is een behoorlijke uitdaging”, weet Maes. “De IND ziet dit als een mooie kans om, met het EU Pact in de hand, de al langer gekoesterde ambitie om de procedures te versnellen en te verbeteren, nu ook waar te maken. Maar makkelijk is het allerminst. Zeker omdat het ook betekent dat je je opvang zodanig moet inrichten dat je die snelle procedure ook echt goed kunt uitvoeren. Op locaties waar je de asielzoekers die die procedure moeten doorlopen, maar ook alle organisaties die in die procedure een rol spelen, bij elkaar - en ook snel beschikbaar - hebt. Dat vraagt ook veel van het COA – en van gemeenten, die het vaak al lastig genoeg hebben om überhaupt een AZC te kunnen openen. En vergeet niet dat de IND z’n IV-systemen wil vernieuwen, zodat het beter aansluit bij het pact. En dat in een relatief korte tijd. Ook dat is een enorm spannende uitdaging.”   

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Ministerie van Justitie en Veiligheid
Nicole Maes: “Als ik zie hoe iedereen keihard aan het werk is, heb ik er alle vertrouwen in dat we die deadline gaan halen.”

‘Het gaat lukken’

Het coördinatiemechanisme houdt de vinger nauwlettend aan de pols. Het geheel overziend, durft Maes de stelling wel aan dat de implementatie van het pact vóór de deadline van 12 juni 2026 gaat lukken. “Het moet… En als ik zie hoe iedereen keihard aan het werk is, heb ik er ook alle vertrouwen in dat we die deadline gaan halen.”

Ook in andere lidstaten

Optimisme dus, waar het om Nederland gaat. Maar het EU Asiel- en Migratiepact gaat natuurlijk pas echt z’n vruchten afwerpen, als alle 27 lidstaten de implementatie op tijd met succes weten af te ronden. Maes: “Als coördinatieteam hebben we dit voorjaar een bijeenkomst georganiseerd voor onze counterparts uit een aantal gelijkgezinde landen, zoals Frankrijk, Duitsland en Zweden. Vooral voor informatie-uitwisseling over de screening. Hoe pakken jullie de grensprocedure aan? Hoe voorkom je dat mensen onderduiken? Welke knelpunten ervaren jullie bij het optuigen van een toezichtmechanisme? Dat soort dingen. Ook uit allerlei Brusselse overleggen krijgen we te horen hoe de implementatie in andere landen verloopt. En ook wel via ambassades of van collega’s van de IND, het COA of de DT&V op werkbezoek in andere EU-lidstaten. Onze indruk is dat de meeste landen er serieus mee aan de slag zijn.”

Cruciaal

Lidstaten die problemen ervaren bij de implementatie, kunnen bovendien ondersteuning krijgen,  bijvoorbeeld van het EU Asielagentschap op Malta. Ook kunnen ze een beroep doen op verschillende Europese fondsen, zoals het AMIF, voor een extra financiële bijdrage. “Vooral   landen aan de zuidelijke buitengrenzen van de EU, zoals Italië en Griekenland, waar veel asielzoekers voet aan wal zetten in de EU, zullen daar gebruik van maken”, verwacht Maes. “Het is immers cruciaal dat juist de landen aan de buitengrenzen de procedures en werkwijzen uit het EU Asiel- en Migratiepact goed implementeren en ook voldoende capaciteit beschikbaar hebben om deze goed te kunnen uitvoeren. Daar staat en valt het succes van het Pact tenslotte mee. En daarmee bedoel ik niet alleen het tegenhouden en effectief terugsturen van mensen die niet in aanmerking komen voor internationale bescherming. Maar ook: goed erop toezien dat de grondrechten van asielzoekers worden gerespecteerd. Ook dat is tenslotte een belangrijk onderdeel van het Pact!”